De bevruchting
zadenEen baby op komst.
De komst van een baby begint met een man en een vrouw; de ouders van het kind. Ongeveer negen maanden geleden kregen zij zin om te vrijen. Ze houden van elkaar en willen bij elkaar zijn. Het liefst doen ze dit op een fijn plekje, zoals in bed. Daar zoenen en strelen zij elkaar.
Terwijl ze liggen te vrijen, wordt het geslachtsorgaan van de man, de penis, groter en harder. De penis past zo goed in het geslachtsorgaan van de vrouw, de vagina.
Als de man zijn penis in de vagina van de vrouw heen en weer beweegt, dan geeft dat een prettig gevoel. Na een tijdje spuit er dan een vloeistof uit de penis in de vagina. Deze vloeistof heet sperma en daarin zitten duizenden kleine celletjes, die we zaadcellen noemen. Wanneer die een bepaalde cel in het lichaam van de vrouw ontmoeten, de eicel, groeit er in de vrouw een baby.

De ontmoeting van de zaadcel en de eicel.
Elke maand maakt het lichaam van een vrouw zich klaar, voor een mogelijke ontmoeting van de zaadcel en de eicel. De wanden van de baarmoeder worden zachter en dikker, zodat er een lekker warm bedje voor de eicel ontstaat.

De eicel.
Op een zeker moment in deze maand, laten de eierstokken een eicel los, die ongeveer drie dagen boven in de eileider op een zaadcel wacht. Alleen tijdens deze drie dagen kan de eicel bevrucht raken en wordt de vrouw dus zwanger.
Als er in deze drie dagen geen zaadcel bij de eicel komt, zal er geen baby gaan groeien en sterft het eitje af.
Het gaat dan onbevrucht de baarmoeder in, waarna het met de verdikte baarmoederwand en een beetje bloed via de vagina van de vrouw het lichaam verlaat. Dit gebeurt iedere maand weer en noem je ook wel menstruatie of ongesteld zijn. 

De reis van de zaadcel.                                                  zaadcel
Zoals je ziet op het plaatje, bestaat de zaadcel uit een kopje met een staart. Met dit staartje, kan de zaadcel zicht voortbewegen.
De zaadcellen van de man, moeten een lange weg afleggen. Ze moeten allereerst vanuit de balzak door de penis heen, het lichaam van de vrouw in. En daar helemaal naar boven door de baarmoeder, naar de eileiders toe.

bevruchtingDe bevruchting.  
Als de zaadcel wel op het goede moment bij de eicel komt, dan wordt deze bevrucht. Van al die duizenden zaadcelletjes gaat er maar één de eicel in. Dat is een pittig karweitje, want om deze eicel zit een soort van vliesje waar de zaadcel eerst doorheen moet.
Als dit gebeurd is, vormen zij samen een nieuwe cel; de bevruchte eicel.

De groei.
Binnen in iedere cel zit een kern, dat is het slimme gedeelte van de cel. De kern van een cel heeft een programma, net als een computer.
Dat programma stuurt de cel aan en zorgt ervoor dat het zich ontwikkelt tot een baby.
Dat doet hij door zichzelf te splitsen in twee cellen, en dan nog eens, zodat het er 4 zijn, enzovoorts. Op deze manier groeit de eicel.
Al deze cellen zien er anders uit en ze hebben ook allemaal een ander taakje. De ene wordt misschien wel het hart en de ander gaat de longen maken. Hieronder kun je kort eens lezen hoe de baby ongeveer groeit;

± 30 uur
De cel heeft zich opgesplitst in 2 cellen; het eitje gaat groeien.
Dag 4
Het eitje ziet eruit als een balletje cellen. Het is inmiddels via de eileider naar de baarmoeder afgedaald.
Dag 5
De innesteling vindt plaats; het balletje cellen gaat zich nestelen in de verdikte baarmoederwand. We noemen de bevruchte eicel de eerste 3 maanden van de zwangerschap embryo.
Week 3
In de derde week begint plotseling, zonder dat de moeder dat merkt, het hartje van de embryo te kloppen. De embryo is nu niet veel groter dan een speldenknop.
2e maand
Tijdens de tweede maand, begint het gezichtje zich te vormen en kun je zien dat de armpjes en beentje groeien. Het hoofdje wordt duidelijker zichtbaar, de oortjes komen op hun plaats en de ogen worden bedekt door oogleden die nu nog gesloten zijn. Ook de geslachtsorganen worden nu gevormd en dus kun je bekijken of de baby een jongentje of een meisje wordt.
De baby is niet veel groter van 5 centimeter en weegt ongeveer 3 gram. Het krijgt al echt de vorm van een klein mensje.
We noemen de baby daarom aan het einde van de derde maand niet langer meer embryo, maar foetus.
4e maand
Na ongeveer 4 maanden kan de baby zich in de baarmoeder bewegen. De wenkbrauwen, vingernagels en haartjes ontwikkelen zich.
8e maand
In de achtste maand is de baby levensvatbaar. Dat betekent dat als de baby nu geboren zou worden, hij zou kunnen overleven; hij is levensvatbaar.
9e maand
Na 36 weken, dus ongeveer 9 maanden, is de zwangerschap voltooid. De baby kan geboren worden. Wanneer dit gebeurt weet niemand, op een gegeven moment gaat de geboorte beginnen.

Het nestje van de baby.
Zoals we eerder al vertelden, wordt er in de baarmoeder een lekker nestje voor de eicel gemaakt. De baarmoederwanden worden dikker en zachter, en wanneer de eicel op de vijfde dag in de baarmoeder aankomt, kan hij zich lekker nestelen.
In de baarmoeder vindt de cel alles wat zij nodig heeft; genoeg voedsel en een gezellig plaatsje voor een klein celletje om uit te groeien tot een mooie baby.

Vliezen.
In de buik van de vrouw leeft de baby in een vochtblaas die in dunne vliezen is ingepakt. In het begin liggen die vliezen nog dicht tegen de baby aan, maar al snel worden ze weggedrukt door het water waarmee ze worden gevuld. In dit vruchtwater dobbert de baby rond als een vis. De vliezen van het vruchtwater vormen een kussen, dat de baby beschermt tegen harde schokken en teveel lawaai.

De moederkoek.                                                       moederkoek
In de baarmoeder wordt de baby gevoed met stoffen uit het bloed van de moeder. Daarvoor maakt de baarmoeder als snel een bijzonder orgaan; de moederkoek.
De moederkoek lijkt op een dikke, sponsachtige pannenkoek. Kijk maar eens rechts op het plaatje.
Aan deze ene kant zit die vast aan de wand van de baarmoeder, de andere kant is door de navelstreng met de baby verbonden.
Het bloed van de baby en dat van zijn moeder stromen binnen in de moederkoek, zo dicht bij elkaar dat het, zonder ooit te mengen, stoffen met elkaar uit kunnen wisselen.
zwangerZuurstof die de moeder inademt, wordt opgenomen in haar bloed. Via de moederkoek en de navelstreng, wordt dit naar de baby gebracht. Dit gebeurt ook met eten, water en vitaminen die het kindje nodig heeft om te groeien.
Dit komt zo allemaal in het bloed van de baby in de vorm van hele kleine stukjes; moleculen.
Helaas kunnen ook virussen, alcohol en andere ongezonde stoffen door de moederkoek in het bloed van de baby terecht komen.
De baby gebruikt de moederkoek ook om afvalstoffen kwijt te raken. Bijvoorbeeld zijn plasje dat niet ruikt, nergens naar smaakt en een geen kleur heeft. Gelukkig maar, want hij plats gewoon in het vruchtwater, waar hij zelf in zwemt en van drinkt! Daarom wordt het vruchtwater steeds opnieuw ververst.

De navelstreng.                                                                     navelstreng
De navelstreng is een gedraaide streng van bloedvaten. Bekleed met doorschijnend, geleiachtig materiaal. Tegen het eind van de zwangerschap is de navelstreng ongeveer 50 centimeter lang en anderhalve centimeter dik.
De navelstreng vervoert alles wat de baby nodig heeft om in de baarmoeder te kunnen leven. Hij klopt op het ritme van het hart van de baby en blijft dat doen tot de baby geboren is.
Na de geboorte wordt de navelstreng afgeklemd en mag de vader deze meestel doorknippend. De baby krijgt dan een pleister op het laatste stukje, deze valt er naar een paar dagen vanzelf af, waardoor je alleen nog maar een navel ziet.

echoEen echo.
Als je zwanger bent, moet je naar de dokter voor controle. Je gaat hiervoor naar speciale doktoren; de verloskundige en de gynaecoloog. Zij maken onder anderen een echo van de baby.
Dat is een soort foto van de foetus. Een apparaat dat hoge geluiden produceert wordt gebruikt om beelden op een monitor te projecteren. Net als een radar vangt het apparaat de echo van de geluidsgolven die naar de foetus gezonden worden op en zet deze om in beelden. Zo kan de foetus onderzocht worden en kunnen de ouders zien of het een jongentje of een meisje is. 

De geboorte.
En na ongeveer 36 weken is het dan zo ver; de baby is volgroei en gaat geboren worden.
Het bekken van de vrouw is erg nauw, de baby kan dan ook niet langer wachten dan negen maanden, anders is hij echt te groot.
De moeder krijgt plotseling een sterk, krampachtig gevoel in haar buik. Wat ze voelt is haar baarmoederwand die zich samentrekt en harder wordt; iets wat wel eens vaker tijdens de zwangerschap gebeurt. Deze keer is het alleen veel sterker, het duurt langer en kort nadat het over is, gebeurt het weer opnieuw. Dit noem je weeën; de baby wil eruit!
De foetus daalt af naar de bodem van de baarmoeder.
Soms scheuren nu de vliezen van de vochtblaas en stroomt het vruchtwater uit de baarmoeder.                                                                 ligging
De vroedvrouw moet nu gebeld worden, want de baby wordt geboren. Tegenwoordig kun je kiezen of je thuis wilt bevallen of in het ziekenhuis. Als je voor het tweede kiest, dan moeten de ouders naar nu snel naar toe. Meestal hebben ze al een koffertje klaar staan met spullen die ze mee moeten nemen.
Het is nu belangrijk dat de moeder een gemakkelijke positie vindt, waarin ze wil gaan bevallen. Dat kan op veel manieren; liggend, zittend of zelfs in bad.
De baarmoederwand spant zich steeds vaker en sterker samen en de baarmoederhals verwijdt zich. Dat doet erg veel pijn!
Deze weeën zorgen ervoor dat de baby naar de uitgang van de baarmoeder wordt gedrukt. Deze uitgang is erg nauw en een beetje trechtervormig, waardoor de baby zijn hoofd en rug gebogen moet houden en al draaiend als een schroef naar buiten komt.
De moeder moet hierbij wel meehelpen; zij moet persen om de baby als het ware naar buiten te duwen. Een erg inspannende bezigheid, dus je kunt je wel voorstellen dat ze na de geboorte erg moe is. 
babyAls de baby geboren is, wordt de navelstreng doorgeknipt en wordt hij meteen goed ingepakt en onderzocht. Als de baby de baarmoeder verlaat, gaan de longen werken. Doktoren en ouders zijn vaak erg blij als de baby huilt bij de geboorte; zo weten ze zeker dat de longen goed werken!
Na de geboorte van de baby, komt ook de moederkoek nog uit de baarmoeder. Dit noemen ze de nageboorte.