Botten
In je lichaam zitten ruim 200 botten. Zij vormen het skelet.
Dat skelet geeft je lichaam stevigheid en beschermt kwetsbare organen.
Zonder botten zou  je lichaam in elkaar zakken, want je lichaam bestaat bijna
helemaal uit zacht materiaal dat weefsel wordt genoemd.
Bij volwassen mensen wegen de botten totaal amper 10 kilo, maar ze zijn supersterk!
Als een bot toch breekt kan het vanzelf weer aan elkaar groeien. Het bot mag dan niet scheefgroeien of bewegen dus wordt er gips omheen gezet.
Het grootste bot in je lichaam is je dijbeen, het kleinste botje zit in je oor en is 3mm.
In één hand zitten 27 botjes. Door al die kleine, stevige botjes kun je fijne bewegingen
maken zoals schrijven en tekenen.
In je voet zit één botje minder, dus 26.
De ribben de ruggengraat vormen een kooi rondom het hart en de longen.
Je hebt 12 paar ribben en 26 wervels. Tussen iedere wervel zit een kraakbeenschijf en
werkt als schokbreker, dat betekent dat als je loopt of springt ze het stoten opvangen.
Ze worden dan samengedrukt .
Een derde taak van het skelet is dat spieren zich eraan vast kunnen hechten.
Deze spieren moeten verankerd zijn aan iets stevigs, alleen dan kunnen ze bewegen.