De leer
De vier waarheden.
De vierwaarheden vormen het hart van de leer van Boeddha. Onder de bodhiboom ontdekte Gautama de Boeddha vier waarheden over het lijden. Hier moeten boeddhisten tijdens het dagelijks leven rekening mee houden.
- Het leven bestaat uit lijden (dukkha)
Al het bestaan is moeilijk, ellendig en vol leed. Ook als men vrij zou zijn van ellende, dan nog ziet men anderen lijden en dit veroorzaakt weer verdriet. Ook niet bereiken wat men begeert is lijden.
- De oorzaak van lijden is begeerte.
Het ontstaan van het lijden ligt in 1 bron: de begeerte, de gehechtheid aan het leven en hebzucht.
- Opheffing van lijden door niet te begeren.
Als we de oorzaak weghalen verdwijnt het gevolg. Opheffing vindt plaats, als het besef doorbreekt dat men alles loslaat en alle gehechtheid aan het leven laat varen.
- Opheffing lijden via het Achtvoudige Pad.
De vierde waarheid is de weg (marga) die gevolgd moet worden om dit lijden op te heffen, het Achtvoudige pad.
Het achtvoudige pad
- Etnisch gedrag (sila)
- juist spreken.
- juist handelen.
- juist leven (de kost verdienen)
- Geestelijke discipline (samadhi)
- juiste inspanningen.
- Juiste concentratie.
- Juiste meditatie.
- Wijsheid (prajna)
- juist begrip.
- Juiste kennis.
Boeddhisten geloven dat ieder mens zelf beslist of hij verantwoordelijkheid wil nemen voor zijn daden en of hij bewust wilt worden van de waarheid. Als mensen goed en wijs handelen, dan worden ze gelukkig en tevreden. Daarvoor hoef je niet bijzonder te zijn. Iedereen kan zijn gedrag verbeteren. Boeddhisten geloven in de kracht van de karma, wat inhoudt dat je door goede daden dichter bij en door slechte daden verder van het nirvana wordt wedergeboren, omdat het een keus is om goede eigenschappen te ontwikkelen, zoals medeleven, geduld, liefde en vrijgevigheid. Hierdoor kunnen zijzelf en anderen gelukkig worden.