De tempel

tempel

Boeddhisten bezoeken de tempels wanneer ze willen. Toch gaan ze vooral op feestdagen en volle maan. Ze gaan er heen om te mediteren, te offeren, te zingen, naar monniken te luisteren of te bidden. Als boeddhisten een tempel binnenkomen dan groeten zij. Ze doen dit door hun handen samen te vouwen, te knielen en buigen dan 3 keer voor een boeddha beeld.
Na de buigingen offeren ze bloemen, kaarsen, wierook en voedsel. Hiermee laten ze het respect voor de boeddha zien.

Het leven als een monnik.                                       jongemonniken(boeddhisme)
In veel boeddhistische landen zoals Thailand en Birma brengen jongens een paar maanden door in een klooster als deel van hun opvoeding. De jongens gaan erheen in fijne zijden kleding en rijden op een wit paard.
Net als prins Siddharta voordat hij Boeddha werd. Als ze bij het klooster aankomen, wordt hun haar afgeschoren, en krijgen ze simpele oranje gewaden aan. Zolang ze daar zijn, leren ze over Boeddha, maar krijgen ook gewone schoolvakken. Sommige jongens gaan door om monnik te worden en andere gaan na een tijdje weer terug naar huis.

Monniken en nonnen leiden een streng en eenvoudig leven. Ze bestuderen heilige teksten en leren mediteren. Ze helpen ook bij de dagelijkse gang van zaken in het klooster. In landen zoals Sri lanka en Thailand hopen de mensen er beter van te worden als ze de monniken eten geven. De monniken nemen het voedsel mee naar hun klooster. Dit voedsel is de enige maaltijd van een monnik, en moet voor 12 uur worden opgegeten. Een deel van de dag besteedt een monnik aan het lezen en bestuderen van heilige teksten en het nadenken ervan.