Heksen

AG00411_






Het begin.
Zo`n 500 jaar geleden, rond 1500, moest iedereen in station12Europa christelijk zijn. De paus was de baas van alle Christenen; zij moesten doen wat hij zei. Wanneer je dat niet deed werd je ketter genoemd. Dat was heel erg; je mocht dan niet meer met andere mensen omgaan en je stond helemaal buiten de maatschappij. Je kon dan zomaar gevangen worden genomen en je werd dan levend verbrand.
Vanaf de vijftiende eeuw was iedereen die niet geloofde in heksen een ketter. En iedere heks was ook automatisch een ketter. (Best wel gek, want in de achtste eeuw zei de kerk dat iedereen die wel geloofde in heksen een ketter was)

Heksen van nu.
Heksen van nu zijn mannen en vrouwen die veel geleerd hebben over kruiden en planten. Met die kennis willen ze mensen helpen die ziek zijn of andere problemen hebben. Iedere heks maakt zijn eigen brouwsels. Bijvoorbeeld tegen maag- en darmklachten, huidproblemen of om beter te kunnen slapen. Heksen verzamelen en verkopen vaak ook stenen. Die stenen hebben volgens hen een geneeskrachtige werking. Iedereen kan heks worden, maar je moet wel 18 jaar zijn voor je aan de opleiding kunt beginnen. Die opleiding duurt een jaar en een dag

heks4Heksen vroeger.
Heksen van nu zijn heel anders dan die van vroeger. Toen zag men heksen als een gevaar voor anderen. De mensen waren heel erg bang voor heksen. Vooral omdat de kerk dat ook zei.
Wat een heks kon wisten ze niet precies. Maar ze dachten dat heksen geesten konden oproepen en op een bezem konden vliegen. Een heks kon ook van gedaante veranderen; bijvoorbeeld in een wolf.

De Middeleeuwen en de Gouden Eeuw.
Vooral in de Middeleeuwen en in de Gouden Eeuw, geloofde men veel in magie of tovenarij. Ze namen een belangrijke plaats in in het dagelijks leven. Men zocht voor allerlei gebeurtenissen die men niet begreep een verklaring. Als het bijvoorbeeld plotseling begon te stormen, vertrouwde men dat niet. In die tijd geloofde men in het bestaan van allerlei bovennatuurlijke wezens, zoals feeën, elven, dwergen, weerwolven, geesten en demonen.

Er waren in deze tijd veel heksen. Althans zo werden ze genoemd. Het waren vaak oude vrouwen die men een beetje vreemd vond.(soms ook mannen)
Deze mensen wisten veel van kruiden en voorspelden de toekomst van hun klanten. Ook hielpen ze zoeken naar verdwaald vee, genezen van mensen en dieren, gaven ze magische bescherming en hielpen ze mensen en dieren vruchtbaar maken. Met deze kennis konden ze zowel mensen helpen als kwaad doen. Je moest heksen dus aardig behandelen.
Ze werden daarom vaak door het dorp, omdat ze zelf niet meer op het land konden werken. In de meeste gevallen ging het om oude vrouwen waarvan de man was overleden.

Als alles goed ging, dan was dat te danken aan God. God zorgde ervoor dat alles goed ging. Als er dingen verkeerd gingen, bijvoorbeeld als er ongelukken en rampen gebeurden, dan moest dat het werk van de duivel zijn. En heksen waren helpers van de duivel. De duivel was de vijand van God.
Als er dan iets mis ging, bijvoorbeeld een baby die dood werd geboren of een oogst die mislukte, dan werd snel gezegd dat de heks het wel gedaan zou hebben. De mensen konden daar dan geen andere reden voor bedenken. Zo kon men niet begrijpen dat de oorzaak van een ziekte misschien iets was wat men had gegeten of gedronken.

Hoe wist je of iemand een heks was?
Het was niet makkelijk om erachter te komen of iemand een heks was of niet. De duivel was slim, dus heksen zagen eruit als gewone mensen. Je buurman of je buurvrouw kon gemakkelijk een heks zijn zonder dat je het wist.
De mensen waren bang. Ze gingen mensen beschuldigen: “Jij bent een heks!” Het was voor die ander dan heel moeilijk te bewijzen dat het niet zo was. Daarom gingen de bestuurders van een stad of dorp zich ermee bemoeien. Zij wilden een eerlijk oordeel vellen. Ze bedachten verschillende proeven, waaruit kon blijken of iemand een heks was of niet.
Als je goed keek dan moest je er toch wel achter kunnen komen of iemand een heks was. Heksen kregen namelijk een merkteken van de duivel mee.
Dit kon bijvoorbeeld een wrat of een litteken zijn. Als je daar in prikte met een naald dan voelde de heks niets en het ging ook niet bloeden. Deze proef noemde men de Prikproef.

Zo was er ook de waterproef. Omdat een heks kon vliegen, zou ze dus heel licht moeten zijn. Als je haar in het water gooide, en ze bleef drijven, dan was het een echte heks. De meeste vrouwen bleven natuurlijk niet drijven, maar zonken. En omdat ze vaak niet konden zwemmen, verdronken ze. Zo waren de mensen ook van de heks verlost.

Er waren nog meer manieren om te bewijzen of iemand een heks was of niet. Die werden gebruikt in de tijd van de grote heksenvervolgingen. Toen werden er heel veel heksen opgepakt en levend op de brandstapel gezet. Dat gebeurde tussen 1600 en 1650. Er zijn toen in heel Europa wel honderdduizend heksen gedood.

HeksenwaagEen andere proef was de Weegproef. Men wilde wegen of de heks licht genoeg was om te vliegen. De heks moest zich helemaal uitkleden. De vroedvrouw van de stad controleerde of ze geen zware voorwerpen bij zich had. De heks kreeg dan een linnen jurk aan en werd gewogen.
In het stadje Oudewater staat al sinds 1595 een waag. Dit gebouw staat nu bekend als de Heksenwaag. Iedereen die beschuldigd werd als heks kwam naar deze plek om zich te laten wegen. Ze kwamen van heel ver, zelfs uit andere landen. De Heksenwaag stond bekend als een eerlijke waag. De waagmeesters hier lieten zich niet omkopen. Ze wogen eerlijk, je was dus niet gauw te licht. Iedereen werd hier dus vrijgesproken. Ze kregen dan een officieel papier waarop stond dat je geen heks was.


Einde heksenvervolging.
In de loop van de 16e eeuw kwamen steeds meer mensen in opstand tegen de vervolgingen van heksen. Nederland was het eerste land waar de vervolgingen op hielden.
Mensen gingen in deze tijd steeds minder geloven in zaken als magie. Daarvoor in de plaats kwamen wetenschappelijke verklaringen. Zo konden heksen bijvoorbeeld niet vliegen, maar smeerden ze zichzelf in met een soort zalf waardoor ze droomden dat ze konden vliegen.
In 1597 werd de laatste heks in de Noordelijke Nederlanden verbrand. In Europa werd pas in 1782 de laatste heks verbrand.

9789058480545Wist je dat?
- Het boek ´de Heksenhamer´ beschrijft heel precies wat heksen waren, wat voor gevaarlijks ze deden, welke proeven ze moesten ondergaan en hoe ze uiteindelijk veroordeeld moesten worden.
- 80% van de gedode heksen waren vrouwen. Volgens het boek ´de Heksenhamer´ kwam dat omdat de vrouw van nature slecht was.
- Er zijn nu ook nog mensen die zich heks noemen. Het zijn vaak vrouwen en mannen die veel geleerd hebben over de werking van planten en kruiden. Zij willen ´goed doen´.
- Heksen van nu hebben ook bepaalde feestdagen. Op 21 september vieren ze bijvoorbeeld het zonnefeest en op 31 oktober het heksennieuwjaar.
- Er bestaan zogenaamde heksenwetten. Eén daarvan is: alles wat je doet, krijg je driemaal terug