Aristoteles

Hij leefde van 384 tot 322 v Chr. Aristoteles aristoteleskwam zelf niet uit Athene, hij kwam uit Macedonië. Hij heeft op de Academie van Plato gezeten en kwam er vanaf toen hij 61 was. Hij was het meest in de zintuigenwereld (alles dat je kunt zien, voelen, proeven, ruiken of horen) geïnteresseerd. Hij was niet alleen de laatste Griekse filosoof maar ook de eerste Europese bioloog. Hij hield zich bezig met de stromende dingen, wat we nu natuurprocessen noemen.
Plato zei dat je je zintuigen niet kon vertrouwen en daarom gebruikte hij ook alleen zijn verstand. Aristoteles deed juist het omgekeerde, hij gebruikte alleen maar zijn zintuigen. Hij kon bijvoorbeeld uren lang naar een klaproos kijken. Ook de manier waarop deze twee schrijven is heel anders, Plato was een dichter en een schepper van mythen. Aristoteles schreef alles heel droog en zakelijk op, zoals je het in een encyclopedie kan vinden. Aristoteles zou 140 boeken hebben geschreven en daarvan zijn er 47 bewaard gebleven.
Aristoteles was het niet eens met Plato en dacht dat je geen aangeboren ideeën hebt. Dus hij dacht dat je niet kon weten hoe een paard eruit ziet voordat je een paard hebt gezien. Volgens Aristoteles was het idee "paard" ook eeuwig en onveranderlijk, maar was het een door de mensen bedacht begrip, niet meer dan dat.
Een hele bekende theorie van Aristoteles is: stel je een kip voor, hij fladdert en kakelt en legt eieren, wat de kip doet is zijn "vorm".
Wanneer de kip dood is, is de vorm weg en blijft er alleen materie (lichaam) over, maar er is geen kip meer. Dus volgens Aristoteles is de ziel / vorm "alles".
Volgens Aristoteles herken je een paard niet aan het "idee paard", maar aan de vorm (wat hij doet). Aristoteles wou de wereld opruimen, daarmee bedoelde hij mee dat hij alles op zijn plaats wou zetten. Als jij je kamer opruimt, doe je je kleren in de kast, je boeken in de boekenkast en je sokken in de la. Hij wou dat ook met de wereld doen.
Bijvoorbeeld, er is een mannetjes hond en hij wou hem op zijn plaats zetten, dan deed hij het zo:
Het is een levend wezen,
nader bekeken een dier,
weer nader bepaald een gewerveld dier,
nader bepaald een zoogdier,
weer nader bepaald een hond,
weer nader bepaald een labrador,
weer nader bepaald een reu labrador.
Hij zou hem plaatsen bij de reu labradors. Maar stel, ze was een vrouwtje, dan hoorde de hond ergens anders. Volgens Aristoteles hadden de mensen er een puinhoop van gemaakt. Wat hij deed lijkt wel op het determineren van planten en dieren. Het determineren van planten en dieren is ze in een tabel gieten en op steeds meer en andere details letten.