De Olympische Spelen

De Grieken hielden veel van sport, vooral van sporten die men buiten kon doen, zoals hardlopen, springen, boksen en discuswerpen. Er werden vaak wedstrijden gehouden, meestal ter ere van een god of godin. Eens in de vier jaar werd er een groot toernooi gehouden. Daar mochten alle Grieken aan mee doen (behalve slaven, buitenlanders, vrouwen, kinderen of Grieken die een misdaad begaan hadden). Het toernooi werd in de Griekse stad Olympia gehouden. Het werden de Olympische Spelen genoemd. Tijdens die spelen had iedereen vrij. De Olympische Spelen werden ter ere van Zeus gehouden. De Spelen duurde 5 dagen. Als je vals speelde of niet sportief was, mocht je niet meer meedoen. Als je won, werd je een held in je dorp of stad waar je woonde. De eerste Olympische Spelen werden gehouden in 776 v.Chr.

olympia

Dit is de boogingang van het stadion in de Griekse plaats Olympia. De atleten kwamen door deze boog het stadion binnen. Het lijkt een beetje op de gang die voetbalspelers moeten lopen om op het veld te komen van de Arena in Amsterdam (Ajax-stadion).

boogingang

streep

Dit is nog de startstreep in het stadion van Olympia. Op deze baan deed men aan hardlopen. Zie je de groeven ? Die moesten voorkomen, dat hardlopers weggleden bij de start. De 4 belangrijkste onderdelen van de Olympische Spelen waren : verspringen, speerwerpen, discuswerpen en worstelen. De deelnemers waren bloot, behalve tijdens de wagenrennen. In 1896 is men weer begonnen met het houden van de Olympische Spelen. Ze worden om de 4 jaar gehouden in steeds een ander land.

De Deelnemers
De Olympische sporten moest je goed kunnen als je in het leger zat. De meeste deelnemers aan de Olympische Spelen waren dan ook soldaat. De deelnemers kwamen uit verschillende steden. Die steden hadden vaak oorlog met elkaar. Als er Olympische spelen waren, legden de steden hun wapens neer en gedurende de spelen vochten ze niet meer. Alle atleten en trainers moesten naakt aan de wedstrijden meedoen! Zo kon men zien of het een man of vrouw was. Vrouwen mochten namelijk niet meedoen aan de Olympisch Spelen. Getrouwde vrouwen mochten niet eens kijken naar de wedstrijden. Sommige vrouwen kregen wel eens de doodstraf als ze toch kwamen kijken.

discuswerper

olijftak

De prijzen
Bij de Olympische Spelen in Olympia werden er geen medailles uitgedeeld. Atleten streden vooral om de eer. De winnaar kreeg wel een krans van olijventakken. Dit waren gewone takken, maar wel bijzonder. Ze werden met een echt gouden mes van de heilige boom gesneden.
Toch waren er soms nog andere prijzen. Sommige atleten kregen gratis kaartjes voor het theater. Andere winnaars kregen zelfs hun leven lang gratis eten en drinken in hun dorp.

De Sporten
In het oude Griekenland werden andere sporten beoefend dan tegenwoordig. Teamsporten werden er in Olympia niet beoefend. In ieder geval niet als officieel sportonderdeel. Er zijn wel afbeeldingen van sporters die ter ontspanning samen een balspel deden. Ook de marathon bestond niet als Olympisch nummer, terwijl je dat misschien wel verwacht had

hockey

Atleten beoefenen een vorm van hockey.

De eerste onderdelen bestonden uit een lange sprint (192 m), een middenafstand (384 m) en een lange afstand (4614 m).

hard lopen
hiplodrominos

Een bijzonder hardloopnummer was de hiplotodromos: een lange sprint in wapenuitrusting (helm, schild en in de begintijd ook nog scheenbeschermers).
Ze moesten twee keer de lengte van het stadion lopen.

Speerwerpen was een onderdeel van de pentatlon (=vijfkamp). Ze maakten gebruik van een lichte speer van vlierhout. Aan de speer was een werpkoord bevestigd (wel zodat het los kon gaan). De bedoeling was dat de speer weggeworpen werd waardoor het leren werpkoord ging draaien. De speer werd daardoor stabieler in de lucht en kon dus verder gegooid worden. Er werden waarschijnlijk net zulke afstanden als tegenwoordig geworpen, tussen de 80 en de 100 meter.

speerwerpen

verspringen

Verspringen voerde men vroeger anders uit dan tegenwoordig. Of ze vroeger een aanloop namen weet men niet, maar afbeeldingen tonen wel verspringers met halteres (gewichten) in hun handen. Een in Olympia gevonden springgewicht weegt 4,5 kilo. Dat zou betekenen dat zij met 9 kilo aan gewicht ver probeerden te springen. Maar misschien was het gevonden gewicht slechts voor de sier en waren de echte gewichten lichter. Er is in ieder geval een record bekend van 16,66 meter! Aangezien het verspringrecord tegenwoordig op 8 meter 95 staat, denken we dat ze vroeger verschillende pogingen bij elkaar optelde of dat ze gebruik maakten van een hinkstapsprong.

Als er één sport bekend staat als een klassieke sport, dan is het wel het discuswerpen. Toen ze dat onderdeel bij de Spelen van Athene wilden invoeren moesten sporters eerst naar oude afbeeldingen van Griekse discuswerpers kijken en natuurlijk naar het bekende beeld dat er van een discuswerper is gemaakt.
De discus varieerde vroeger in gewicht. Ze zorgden er wel voor dat de atleten in 1 wedstrijd hetzelfde gewicht gebruikten. De discus was van brons, marmer of lood en wogen 1,5 tot 6,5 kilo.

discuswerpen2

worstelen

Bij het worstelen was het de bedoeling om de tegenstander met zijn rug op de grond te gooien. De wedstrijd was pas afgelopen als de tegenstander drie keer op de grond was gegooid, hoe lang het ook duurde.

boksen

Bij het boksen was er ook geen tijdslimiet. Het gevecht ging net zolang door tot dat er één van de twee het moest opgeven. De boksers gebruikten geen handschoenen, zoals tegenwoordig, maar wikkelden leren riemen om hun handen en onderarmen. Later schijnt men loden puntige kogeltjes op de riemen hebben bevestigd. Je begrijpt wel dat een klap met zo’n handriem slecht voor je kon aflopen. De boksers waren dan ook gemakkelijk te herkennen. Velen hadden bloemkooloren en verminkte gezichten.

Het pankration was de vechtsport, waarbij bijna alles mocht. Slaan, trappen, wurgen, vingers breken. Wat niet mocht was bijten en elkaars ogen uitsteken! Op de afbeelding zie je dan ook dat de scheidsrechter ingrijpt.

pankration

wagenrennen

In het hippodroom werden de hippische sporten afgewerkt. Het hippodroom was te vergelijken met het stadion van de hardlopers. Niet meer dan een lange baan in de open lucht.
Bij de wagenrennen deden wagens met twee paarden ervoor mee (tweespan) en met vier paarden ervoor (vierspan).Niet de berijder van de wagens kreeg als hij won de overwinningstak, maar de eigenaar van de paarden. Een bekende winnaar was Alkibiades.