Het ontstaan van eb en vloed

Soms komt het water ver het strand op, dit noemen we een hoog waterstand of vloed. Enkele uren later zakt het water weer, de laag waterstand of eb. Dit wordt samen ook wel de getijden genoemd.
Deze beweging in het water ontstaat door de aantrekkingskracht van de maan en de zon en de draaiing van de aarde om zijn eigen as.

Op aarde vallen dingen altijd naar beneden, dat komt door de aantrekkingskracht van de aarde, de zwaartekracht.
De maan en de zon hebben ook zo’n aantrekkingskracht. Deze aantrekkingskracht is op aarde merkbaar aan de hoog- en laagwaterstand van de zee.
De aantrekkingskracht van de maan trekt het water op de aarde naar zich toe. Aan de kant van de aarde waar de maan staat is het hoogwater, de maan trekt het water naar zich toe. Op hetzelfde moment is het aan de andere kant van de aarde ook hoogwater. Aan die andere kant trekt de maan juist niet aan het water, maar door de draaiing van de aarde wil het water bijna ‘wegvliegen’ van het aardoppervlak. De zwaartekracht in de aarde voorkomt dat het water echt wegvliegt van de aarde.

zon maan1


Tussen de twee kanten met hoogwater in is het laagwater.
De aarde draait in 24 uur een keer helemaal rond zijn as, hierdoor staat elk punt op aarde een keer het dichtst bij de maan en een keer het verste weg. Overal op aarde is het dus twee keer per dag hoogwater en twee keer per dag laag water.

zon maan2Springtij.

Ook de zon heeft een aantrekkingskracht op het water op aarde.Dit merken we vooral
wanneer de zon, de aarde en de maan op een lijn staan. De aantrekkingskrachten van
de maan en de zon versterken elkaar, dan is het extra hoge vloed of extra lage eb, dit noemen we springtij. Ongeveer een week later staan de zon en de maan in een rechte hoek ten opzichte van elkaar, dan is het verschil tussen hoogwater en laagwater erg klein, dit heet doodtij.