Planten

Er bestaan meer dan 600.000 verschillende planten op de wereld. Net als bij dieren zijn er veel dingen die voor planten hetzelfde zijn o.a.:
1. planten hebben een plaats nodig om te leven
2. planten hebben koolzuur uit de lucht nodig
3. planten hebben water en voedingsstoffen uit de grond nodig
4. planten hebben licht nodig en een bepaald klimaat om te kunnen leven
Sommige planten groeien op plaatsen die erg vochtig zijn, andere waar het heel droog is.
Sommige planten moeten veel licht hebben, andere doen het beter in de schaduw.
Sommige planten groeien alleen in zanderige aarde, andere alleen op veengrond.
Sommige planten leven op plaatsen waar het koud is, andere juist waar het warm is.
Sommige planten groeien op plaatsen waar de grond vee; voedingsstoffen bevat, andere kunnen leven waar de grond heel arm is aan voedingsstoffen.

Wat de plant altijd en overal nodig heeft is LICHT. Door de energie die het zonlicht geeft, kunnen de groene planten alle stoffen maken die ze nodig hebben om te groeien en te bloeien. Maar om die stoffen te kunnen maken, moeten ze ook nog met hun wortels water en voedingsstoffen uit de aarde halen en de koolzuur gebruiken, die in de lucht zit. Planten kunnen dus hun eigen voedsel maken uit zonlicht, water, koolzuur en voedingsstoffen.

Planten worden gegeten door dieren en deze dieren worden weer gegeten door roofdieren. De uitwerpselen van die dieren komen weer in de aarde en vormen zo voedingsstoffen voor de planten. Ook als dieren sterven en vergaan, komen er stoffen in de aarde, waar de planten profijt van hebben. Alle stoffen in de natuur worden steeds opnieuw gebruikt. In de natuur gaat niets verloren. Alles is een deel van de kringloop. The circle of live, de kringloop van het leven.

Dieren kunnen niet hun eigen voedsel maken. Daarom eten dieren planten of andere dieren. Zij moeten zich kunnen verplaatsen om aan hun voedsel te komen. Planten verplaatsen zich niet. Ze groeien hun hele leven op dezelfde plek.
Dieren zijn afhankelijk van planten en planten zijn afhankelijk van dieren. Planten geven zuurstof af, die de dieren kunnen inademen. Planten zijn voedsel voor de dieren.
Dieren geven koolzuur af die de planten nodig hebben. De uitwerpselen van dieren verteren in de grond en zijn dan voedsel voor de planten. Veel dieren gebruiken planten om er hun nest van te maken, om erin te wonen of om zich te verbergen. Veel planten gebruiken dieren om hun bloemen te laten bestuiven en om hun zaad te verspreiden.
De mens is afhankelijk van planten en dieren. De mens heeft de zuurstof nodig, die planten afgeven. De mens moet ook eten en zijn voedsel bestaat uit planten en dieren.
De mens gebruikt ook veel andere producten uit de natuur, zoals wol, katoen, rubber en hout. Al die stoffen zijn afkomstig van planten en dieren. De mens moet dus zuinig zijn op de natuur.

paardenbloemDe paardebloem

De paardebloem komt overal ter wereld voor.Hij is te vinden op graslanden, langs wegen en op openliggende terreinen.de bladeren staan als een rozet om de stengelwortel. De bladeren zijn glad, spatelvormig en sterk ongelijk gekarteld. De plant kan 10 tot 30 cm. lang worden. De stengels zijn kaal en hol en bevatten wit melksap. De bloemen van de paardebloem zijn samengesteld uit vele kleine felgele bloemen. De bloem bloeit in mei en er is een 2e bloei in augustus. De bloem opent zich bij zonsopgang en sluit zich in de schemering en bij regen. Wanneer de bloem is uitgebloeid verschijnen de bekende ronde witte pluisbolletjes. De pluizen worden door de wind verspreid.

De dovenetel                                                                  dovenetel2

Waar genoeg vocht in de grond zit, kan de dovenetel groeien.de dovenetel lijkt op de brandnetel, maar als je goed kijkt zie je een verschil in de bloemen. Ze behoren dan ook niet tot dezelfde familie. De dovenetel kan wit of paars bloeien. Van de plant kan thee gemaakt worden. Die thee is goed voor mensen die bloedarmoede hebben.

brandnetelDe brandnetel 
Je hebt de kleine en de grote brandnetel. De stengel is behaard, de bloemen zitten in de oksel van de bladeren. Die bladeren hebben brandharen, die brandharen hebben een zakje met mierenzuur. Wanneer je de brandharen aanraakt, breken deze af en komt het zuur op je huid. Je krijgt dan nare jeuk. Je kent het vast wel.

De boterbloem.                                                         boterbloem

De boterbloem heet zo vanwege zijn botergele bloemen. Let er goed op; de plant is giftig. De plant is één van de vervelendste ‘on’kruiden in de tuin. De plant kruipt over de grond en schiet daar gelijk weer wortel. Hij is bijna onuitroeibaar. Het leuke van de boterbloem is dat het plantje er schattig uitziet.