Boomzaden

Planten maken zaden. Bomen zijn grote planten, dus die maken ook zaden. Sommige bomen, zoals de kokospalm en de kastanje maken grote zaden. Andere bomen, zoals de iep, maken kleine zaden. Bomen maken zaden, zodat hun soort blijft bestaan. In boomzaden zit een piepklein plantje, eigenlijk een klein boompje. De rest van een zaad, het grootste deel is voedsel.

boomzaden

Het zaad is verpakt in een stevige zaadhuid. Zaden ontkiemen pas na de winter, omdat ze dan meer kans hebben om te overleven. Veel zaden kunnen pas ontkiemen als ze een koude periode hebben doorgemaakt. Om te ontkiemen hebben ze ook water nodig en de temperatuur moet hoog genoeg zijn. Niet uit elk boomzaad groeit een boom. Sommigen worden opgegeten of vertrapt, ze verrotten of verdrogen. Mensen en dieren eten boomzaden, denk maar aan kastanjes, walnoten, hazelnoten, enzovoort.