Algemeen

Hunsel ligt in een natuurrijke omgeving.
In de buurt liggen 3 Limburgse Nationale Parken.
Dit zijn:
- Nationaal park De Groote Peel
- Nationaal park De Meinweg
- Nationaal park De Maasduinen.

Ieder Nationaal park heeft zijn eigen kenmerken en geschiedenis.
Zo staat het ene park bekend om de vele en verschillende vogels die er zijn en kent het andere park weer veel verschillende soorten planten.

Veen
Laagveen
Na de laatste ijstijd werd het klimaat warmer en vochtiger. In combinatie met voedselrijk water en bodem konden in het water planten gaan groeien, zoals riet, zegge en liesdodde. Wanneer deze planten afstierven vormden zij de eerste veenlagen op de bodem: laagveen.

Hoogveen
Wanneer het laagveen het wateroppervlakte bereikte (plas is dan verland) verscheen al gauw een broekbos. Dat bestond in eerste instantie uit wilgen en elzen en later ook uit berken.

Ook dit broekbos was veenvormend. De veenlaag werd dikker en dikker en begon boven het water uit te stijgen: een eerste aanzet tot de ontwikkeling van hoogveen. Planten en bomen kregen het steeds moeilijker om door al dat veen heen aan voedsel uit het water te komen. Bovendien was de voedselvoorraad door de jaren heen al aardig opgebruikt.

De groei van veenmos
Op dat moment kon veenmos gaan groeien. Een plantje dat alleen leeft van regenwater en zelf zoveel vocht kan vasthouden dat het in staat is boven de grondwaterspiegel uit te groeien. Veenmos sterft aan de onderkant af maar groeit bovenaan steeds door. De kletsnatte bovenkant sluit de afgestorven delen af van de lucht zodat er veen gevormd werd, laag op laag op laag. Het veenmos heeft duizenden jaren nodig gehad om tot een dik pakket hoogveen te komen. Het woekerde overal overheen, zelfs over de bomen waarvan de restanten nog steeds te zien zijn in De Groote Peel: de peelpuisten of het kienhout.

Hoogveenplanten
Tussen het veenmos konden zich echte hoogveenplanten ontwikkelen zoals de Zonnedauw, Witte snavelbies, Eenarig Wollegras, Lavendel- Dop- en Struikheide en Veenbes.

Turfsteken
Toen men ontdekte dat het gedroogd hoogveen goed als brandstof bruikbaar was, heeft men eeuwenlang turf gestoken aan de rand van het moerassig gebied. Met grootschalige ontginning is men eind vorige eeuw begonnen