De Frankische tijd
Het bouwen van de villa`s duurde tot ongeveer 250 na Christus.
Tussen 235 en 275 vielen de Franken vaak het gebied binnen. De Franken waren een van de Germaanse volkeren die in de rest van Nederland (en Noord-Europa) leefden.
De meeste villa`s in Limburg werden in die tijd door brand verwoest. Er veranderde veel in die tijd; de bevolking werd steeds kleiner en de villa`s konden zo niet genoeg graan meer verkopen. Rond 400 na Christus waren de stenen villagebouwen vrijwel niet meer bewoond. Wel kwamen er veel Franken op de terreinen van de villa`s wonen.

Volksverhuizingen.
In 406 na Christus gaven de Romeinen de Rijngrens op en dus lag Limburg open voor nieuwe volkeren.
De Germaanse volkeren in de rest van Europa waren al eeuwen aan het rondtrekken en nu hadden ze geen last meer van de Romeinen die hun de weg versperden.
De volkeren begonnen massaal rond te trekken, het was zelfs zo erg dat er gesproken werd van volksverhuizingen. Allerlei volkeren trokken naar het zuiden.
Sommige volkeren, zoals de Franken, slaagden erin voor langere tijd een staat te stichten in Limburg.

frankische vrouw

Franken.
400 tot 100 na Christus.
In een periode van veel onrust wisten de Franken zich toch voor langere tijd in Limburg te vestigen. Ze hadden hier echter wel veel last van invallen van allerlei volkeren, zoals de Saksen en de Noormannen.

Frankische koninkrijkjes in de 5de eeuw.
In de vierde eeuw probeerden de Romeinen nog invloed uit te oefenen op de inwoners van Limburg, maar dat had geen invloed meer, zij wilden hun eigen leven leiden.
De dorpjes die bij elkaar lagen voegden zich samen tot één gebied, vaak lagen zij om een grote stad heen. Zo ontstonden er allemaal kleine koninkrijkjes om de grote steden heen. Deze steden, zoals bijvoorbeeld Keulen, waren dan de hoofdstad van zo`n koninkrijk en daar woonde dan ook de koning.
Maar zoals je inmiddels wel begrepen hebt, hield dit niet lang stand, want er kwamen weer invallen van allerlei kanten en van allerlei verschillende volkeren. En de koninkrijkjes waren te klein om zich te verdedigen.

De Merovingers.
Zo lukte het in Clovis in het begin van de 6de eeuw om een aantal van die Koninkrijkjes te verenigen tot een groot Koninkrijk, zodat ze zich beter konden verdedigen. Clovis was al heerser over Gallië (ligt in Frankrijk, zie Asterix en Obelix) en een groot deel van België, en met Limburg erbij had hij nu een mooi groot gebied. Dit noemde hij het Merovingische Rijk, genoemd naar zijn vader Merovech.
De Merovingers veroverden veel gebieden, zodat uiteindelijk bijna heel Nederland bij het Rijk hoorde. Maar de Merovingers gaven ook veel uit, en zo kwam het dat aan het eind van de 7de eeuw de schatkist vrijwel leeg was.
Aan al het moois komt een eind, en zo ook het Merovingische Rijk.
Want….
                                                                          karolingische rijk
De Karolingers.
Pepijn de Korte was hofmeier van de Merovingers. Een hofmeier was een assistent van de koning.
En deze Pepijn liet zich in 751 tot Koning kronen en nam het gebied over. Zo kwam het dat zijn afstammelingen (zijn familie) in de 10de eeuw regeerde over het Frankische Rijk. Zij worden de Karolingers genoemd, naar Karel de Grote, de machtigste man uit hun familie.
Omdat het gebied zo groot was, werd het steeds onder de nakomelingen verdeeld.

Geloof.
Er verandert niet bijzonder veel in het leven van de Franken. Doordat ze van de Romeinen hebben geleerd om handel te drijven, en dat ze dus niet alleen hoeven te leven van de landbouw, gaat het goed met de Franken.
Je kunt hun manier van leven vergelijken met die van de tijd van de Romeinen.

Het meest opvallende verschil is die van het geloof, want de eerste Christenen komen in Limburg aan.
In het begin van de vijfde eeuw komt het Christendom in Maastricht opzetten. Vijf oud-christelijke grafstenen op het kerkhof bij de Sint Servaas kerk in Maastricht bewijzen dat. Deze grafstenen zijn de oudste bewijzen van het Christelijke geloof in Nederland.
Allereerst is het geloof alleen voor de adel en de rijken. Maar later mag ook het "gewone volk" geloven.
Er worden veel kerken gebouwd door de Christenen. Veel van deze kerken zie je nu nog in heel Limburg.

Begraven.
De doden werden bij de kerk begraven. De graven werden daarbij west-oost gericht, omdat men geloofde in wederopstanding. De dode zou dan na de begrafenis opstaan uit het graf, en zou zo opstaan met het gezicht richting Jeruzalem.
De lijken werden niet meer gecremeerd, want als je was veranderd in as kon je niet meer herrijzen uit de dood.
En de giften die je mee kreeg in je graf verdwenen ook. Alle bezittingen van een dode gingen naar de familie of naar de kerk.