Wadvogels

Overal in de wereld zijn op het grensgebied van zee en land veel vogels te vinden. Dat is niet zo verwonderlijk, want kustgebieden zijn vaak rijk aan voedsel. De Waddenzee is een goed voorbeeld. Naar schatting tien miljoen vogels maken jaarlijks gebruik van dit gebied. Sommige vogelsoorten verblijven er het hele jaar, andere komen er alleen om te broeden of te overwinteren. Weer andere zijn op doortrek.

Er zijn vijf grote groepen wadvogels: steltlopers, ganzen, eenden, meeuwen en sterns.

Steltlopers

De steltlopers zijn het talrijkst. Vele duizenden scholeksters, tureluurs, wulpen, rosse grutto’s en diverse soorten strandlopers en plevieren bevolken jaarlijks voor korte of langere tijd de Waddenzee en het deltagebied. Ze eten met laagwater allerlei bodemdieren.

Ganzen

Ganzen als de rotgans en de brandgans zijn in de kustgebieden van de Noordzee voornamelijk wintergasten, die op de kwelders grazen. De Waddenzee vormt samen met het deltagebied de belangrijkste overwinteringsplaats voor de brandgans. In de tweede helft van maart trekken deze ganzen via de Duitse wadden en de Oostzee naar hun broedgebieden bij Nova Zembla.

Eenden

Eendensoorten als smienten, wintertalingen, bergeenden en eidereenden voelen zich ook goed thuis in het waddengebied. De meeste eenden eten dierlijk voedsel, voornamelijk bodemdieren. De enige vegetariër is de smient, die kwelderplanten en zeewier eet.

Meeuwen

De zilvermeeuw en de kokmeeuw zijn de meest opvallende meeuwen in Nederland. Meeuwen zijn alleseters, die weten te profiteren van allerlei menselijke afvalbronnen om hun natuurlijk dieet (vis, schelpdieren, krabben, zeesterren) aan te vullen. Het is echter wel zo dat hun natuurlijke voedsel een belangrijke deel van hun dieet moet zijn om sterk te blijven.

Sterns

Sterns zijn in het Noordzeegebied typische zomergasten. In april en mei komen ze naar de Noordzee om te broeden, en in de maanden augustus en september trekken ze weer weg naar het zuiden. De visdief en de noordse stern broeden verspreid in kolonies langs de hele Noordzeekust, terwijl de grote stern alleen in het zuidelijke, zandige deel van de Noordzeekust voorkomt.